Het verloop

Het verloop van een bevalling is bij iedere vrouw anders. Wel kun je elke bevalling indelen in drie fases: de ontsluiting, de uitdrijving en de nageboorte. Voorafgaand aan de ontsluitingsweeën heb je vaak voorweeën.

In 90% van de gevallen begint de bevalling met weeën. Een wee is een samentrekking van de baarmoederspier. Het voelt als een soort kramp in je onderbuik die langzaam op komt, erger wordt en dan weer afzakt. Tussendoor is je buik soepel en heb je geen pijn. Ongeveer 10% van de bevallingen begint met het breken van de vliezen. Als je vliezen breken kun je ineens een hele plens vruchtwater verliezen, maar het is ook mogelijk dat je steeds kleine beetjes vocht verliest. Vruchtwater ziet eruit als helder of licht roze vocht met soms wat witte vlokjes erin. Als de vliezen zijn gebroken komt in 70% van de gevallen de bevalling binnen 2 uur op gang.

Wanneer je ons moet bellen als de bevalling begonnen is kun je lezen onder het kopje wanneer bellen.

Voorweeën

Meestal zijn in het begin de weeën nog kort, onregelmatig en niet zo pijnlijk (om de 5-15 min). Vaak kun je gewoon door gaan waarmee je bezig bent. Hooguit zul je af en toe even moeten stoppen omdat je iets voelt. Deze ‘voorweeën’ zorgen ervoor dat de baarmoedermond soepeler en korter wordt. Het kan gebeuren dat deze voorweeën weer helemaal stoppen en de bevalling nog even op zich laat wachten, maar soms gaan deze weeën over in ontsluitingsweeën.

Ontsluiting

Ontsluitingsweeën zorgen ervoor dat de baarmoedermond ver genoeg open gaat (10 centimeter) om de baby geboren te laten worden. Hiervoor zijn sterke weeën nodig. Ze duren langer dan voorweeën en komen regelmatig, ongeveer om de 3-5 minuten. Je voelt ze als een pijnlijke kramp. Dit kan in de buik, onderrug of benen zijn of een combinatie hiervan. Naarmate de bevalling vordert, worden de weeën sterker, komen ze vaker en regelmatiger en gaan ze meer pijn doen. Tijdens de laatste centimeters zijn de weeën het heftigst. Voor veel vrouwen is dit een moeilijke fase. Onder het kopje pijnbestrijding kun je meer lezen over hoe je met de pijn om kunt gaan. Door middel van inwendig onderzoek beoordelen wij de voortgang van de bevalling. Per vrouw kan de duur van de ontsluiting erg variëren. Wanneer je voor de eerste keer bevalt, duurt de ontsluitingsfase gemiddeld 12 uur. Bij een volgend kind gaat dit vaak sneller.

Uitdrijving

Als je volledige ontsluiting hebt (10 centimeter) gaan je ontsluitingsweeën over in persweeën. Op het hoogtepunt van de wee voel je drang om te drukken, dit noemen we persdrang. Het is haast onmogelijk om niet toe te geven aan echte persdrang, het is een reflex en voelt als sterke drang tot poepen. Als je volledige ontsluiting hebt én persdrang mag je mee gaan persen, je begint nu aan de uitdrijving. Bij een eerste kindje mag je 1,5 tot 2 uur persen maar gemiddeld duurt het persen een uur. Bij een tweede of volgend kind zijn de meeste baby’s binnen een half uur geboren.

Nageboorte

Als de baby geboren is ben je nog niet helemaal klaar, want ook de placenta (ook wel moederkoek of nageboorte genoemd) moet er nog uit komen. Als de placenta los ligt, moet je meestal nog één of twee keer persen om deze geboren te laten worden. Dit vergt gelukkig een stuk minder energie dan de geboorte van een kind. Meestal wordt de placenta 10-30 minuten na de geboorte van het kindje geboren.